Bo-Kaap, de Afrikaanse Jordaan

‘Zie je dat gele huis daar? Daar woont mijn broer en zijn familie’ Ik kijk en knik. ‘En op de hoek daar in het rode huis, daar woont de nicht van mijn moeder’ Ik tuur in de richting die Asrul aanwijst. ‘En wil je weten waar ik woon? Dan moet je straks het eerste straatje links in. Ik woon in het pas geverfde paarse huis’.

Ik loop door de straatjes van Bo-Kaap, een bekende, toeristische islamitische wijk van Kaapstad. Felgekleurde huizen dicht tegen elkaar aangebouwd, bewoners maken een praatje met elkaar. Vergelijk het met de Jordaan in Amsterdam, maar dan anders. Hier wonen de ‘kleurlingen’, de nazaten van de slaven die ooit via de Verenigde Oost-Indische Compagnie door Hollanders naar Kaapstad zijn gebracht. Ze kwamen uit Maleisië en Indonesië en werden in Afrika te werk gesteld. In 1830 werd de slavernij afgeschaft en kozen de kleurlingen voor de Bo-Kaap als buurt om in te wonen. Men leeft hier nu nog steeds, generatie op generatie
.
‘Zo lang als ik me kan herinneren zijn de huizen hier pinkroze, grasgroen en kanariegeel gekleurd’ vertelt Asrul verder, ‘zo weet iedereen zijn huis snel terug te vinden. Als moslims trekken we samen op in de buurt. Iedereen kent en helpt elkaar. Het feest dat we uitbundig vieren is 2 januari, onze nieuwjaarsdag. In de slaventijd was dit de enige vrije dag van het jaar die we met feestelijke optochten vierden. Dat doen we eigenlijk nog steeds. Kom maar kijken volgend jaar!’.